Het waterschap focust in haar bevindingen geheel op de stof dinoterb en stelt dat het risico op vals positieve metingen ook geldt voor azoxystrobin, isoxaben, quinmerac en trisulfuron-methyl, maar niet voor andere bestrijdingsmiddelen. Daarmee blijft het voorkomen van de andere verboden middelen fenchloorfos en bromofos-ethyl in oppervlaktewater nog steeds overeind. Het waterschap weigert echter in te gaan op de vondsten van deze verboden middelen en weet met dit rapport de aandacht van de andere verboden middelen af te leiden. Met dank aan de in Noord-Holland nogal gekleurde journalistiek is namelijk alleen dinoterb een rel geworden en de andere gevonden verboden middelen niet.
Het waterschap stelt dat het meest waarschijnlijke scenario 'vals positieve metingen' is, maar dat is onwaarschijnlijk. Wanneer deze verondersteld ‘vals positieve metingen’ geplot worden op een kaart van Noord-Holland, lijken de ‘vals positieve metingen’ een geografische voorkeur te hebben voor de locaties waar sowieso veel bestrijdingsmiddelen gemeten worden, legale en illegale stoffen. Gebieden waar weinig bestrijdingsmiddelen in het water voorkomen zoals op de veengronden in Noord-Holland (Waterland en de Zeevang), waar vrijwel uitsluitend grasland te vinden is en geen bestrijdingsmiddelen intensieve akkerbouw plaatsvindt, worden geen ‘vals positieve uitslagen’ gevonden. Ook op grond hiervan kan besmetting op het lab worden uitgesloten.
Het waterschap HHNK kiest voor een onderzoek specifiek over dinoterb omdat daar maatschappelijk veel ophef over was, maar laat de andere verboden middelen buiten beschouwing. Dat is geen serieus onderzoek doen, dat is het straatje schoonvegen voor de agro industrie. In het eerste onderzoek werd de landbouw op voorhand uitgesloten en vervolgens werden de meest onwaarschijnlijke scenario's aangevoerd als mogelijke bron: van parfumflesjes tot rioolwaterzuiveringen, terwijl in het gebied waar dinoterb werd gevonden geen rioolwaterzuiveringen lozen. Het had MOB niet eens meer verbaasd als een meteorietinslag als mogelijke optie zou worden genoemd.
Op de korte termijn werkt deze strategie misschien incidenteel, maar op de lange termijn wordt dit onhoudbaar, zeker als MOB de veelheid aan bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater in Noord-Holland gaat aankaarten. Niet voor elk middel kan een uitgebreid onderzoek gestart worden, met als doel allerhande uitvluchten te zoeken om maar niet de discussie over het bestrijdingsmiddelengebruik in de landbouw te hoeven voeren.
Het handhavingsverzoek is uiteindelijk bij de NVWA terecht gekomen. In de acties tegen verboden middelen zijn bij controles invallen geweest en verboden middelen gevonden en in beslag genomen. Ook buiten Noord-Holland.
Dat dinoterb zou berusten op “vals positieve resultaten’ kan naar het rijk der fabelen worden verwezen. Van belang is dat we overgaan tot een bredere discussie overhet gebruik cq misbruik van bestrijdingsmiddelen van zowel de legale als illegale middelen. Zoals bekend is Nederland kampioen in het gebruik van bestrijdingsmiddelen.
Overigens is MOB blij dat dinoterb nu niet meer wordt aangetroffen. Nu de andere legale en illegale bestrijdingsmiddelen nog.