Binnen 6 maanden tijd zal het Brabantse provinciebestuur met geborgde maatregelen moeten komen waarmee de stikstofemissies binnen 1 jaar ingrijpend zullen dalen. Het openbaar bestuur heeft nog maar heel weinig tijd wat 25 jaar geleden al had moeten zijn gedaan: maatregelen nemen die de hoogste stikstofconcentraties van Europa terugbrengt naar een meer een niveau dat leidt tot minder schade aan onze gezondheid en schade aan onze natuur. Als het provinciebestuur hier niet in slaagt zullen verzoeken om intrekking van natuur vergunningen niet meer geweigerd kunnen worden.
Dit volgt uit een serie van 9 uitspraken van de rechtbank Oost-Brabant van 16 april 2025. In die zaken was beroep aangetekend tegen de weigering van de provincie Noord-Brabant om vergunningen in te trekken van vergunningen van veehouders op korte afstand van ernstig overbelaste Natura 2000-gebieden. De zogeheten piekbelasters, de groep van 3.000 bedrijven uit het eerste Remkes-advies.
Het beslissende gegeven in deze zaken is dat in de betrokken N2000-gebieden, waaronder Kampina & Oisterwijkse Vennen en Groote Peel (dreigende) verslechtering optreedt. Het openbaar bestuur heeft de dwingende opdracht om de natuurwaarden te verbeteren in plaats van verdere verslechtering te accepteren.
Als opdracht geldt dat binnen een afzienbare termijn de noodzakelijke daling moet worden gerealiseerd. De provincie dacht weg te komen met een verwijzing naar de zogeheten GOL-uitspraak van de Raad van State van 26 februari 2025. In die zaak oordeelde de bestuursrechter nog dat een aantoonbare stikstofdaling volstond, zonder tijdklem. Maar die vlieger gaat volgens de Rechtbank Oost-Brabant niet op in situaties waarin een (dreigende) verslechtering optreedt.
Omdat het provinciebestuur onvoldoende maatregelen kon noemen waarmee de verslechtering wordt opgeheven (geen noodzakelijke daling binnen afzienbare termijn) heeft de rechtbank twee dingen gedaan. Niet alleen zijn de weigeringsbesluiten vernietigd, de rechtbank heeft het provinciebestuur bovendien ook een termijn van 6 maanden gesteld om alsnog met de noodzakelijke maatregelen te komen, die over maximaal 1 jaar effect zullen moeten hebben. Als de provincie die maatregelen niet neemt dan lijkt het onmogelijk te worden om verzoeken tot intrekken van vergunningen te weigeren. Dit betekent dat het provinciebestuur nu nog 6 maanden de tijd heeft om enerzijds reductiebeleid en anderzijds intrekkingsbeleid van vergunningen op te stellen.
Deze tijdklem is een nadere invulling van de wettelijke tijdklem uit de Wet Stikstof en Natuurherstel, bekrachtigd met de Greenpeace-uitspraak van 22 januari 2025 van de civiele rechtbank Den Haag. De wet stelt de plicht om per 2030 om 50 % van een stikstofgevoelig N2000-natuur onder de KD-waarde te brengen, met voorrang voor zeer verzuring gevoelige habitattypen.
In de afgelopen 5 jaar is al veel uitgezocht en uitgedacht. Het probleem zit niet in de ideeën en de mogelijkheden, maar bij het bestuur die geen knopen doorhakt. Veel boeren zitten al op de goede weg. Die zullen als norm gesteld moeten worden voor de achterblijvers. Dit in combinatie met een intrekkingsbeleid van vergunningen voor de stilzitters. Daarbij dient per direct een rode streep gezet te worden door de vergunningenhandel. Die is in de afgelopen decennia de motor geweest voor schaalvergroting en intensivering. Met een streep door de vergunning- en productierechtenhandel kunnen miljarden Euro’s belastinggeld worden bespaard omdat die bedrijven niet hoeven te worden uitgekocht in geval van natuurlijk verloop.